Berekenend voorbeeld (plichtsoordeel)

We kunnen de actor een letter geven: A.

Het plichtsoordeel betreft altijd een handeling en onder een handeling verstaan we dan zowel het doen als het nalaten van iets. Wij kunnen die handeling een letter geven: h.

Als er in diverse handelingsmogelijkheden zijn, en dan is er dus onderscheid te maken tussen h1 en h2 en h3 etcetera. Om het eenvoudig te houden: het doen is h, het nalaten is –h. Handelen is doen of laten; immers.

De handeling van de actor is altijd gericht op iets of iemand: er is altijd een subject jegens wie de actor handelt. We duiden deze aan met een S.

Het plichtsoordeel is dus altijd een uitspraak over een handeling van een actor jegens een subject, in het kort AhS. In de medische ethiek is het zonder moeite mogelijk om in alle beschouwingen en kwesties de actoren, de handelingen, en de subjecten zorgvuldig te omschrijven; sterker nog: de discussie kan alleen adequaat worden gevoerd wanneer deze drie variabelen zo exact mogelijk zijn gedefinieerd. In ethische discussies is niets zo beroerd (waarde-oordeel!) als spraakverwarringen; spraakverwarringen ontstaan met name wanneer over de actor, de handeling of het subject geen duidelijkheid bestaat.

De kwestie van mogen, moeten en niet mogen kan op een handiger manier worden omschreven: daarvoor benoemen we een mate van gebodenheid als variabele en wij geven deze de letter G.

De mate van gebodenheid van een handeling is een waarde tussen 0 en 10. Indien het plichtsoordeel luidt dat iets absoluut geboden is, dan heeft die handeling dus een G(h) = 10. Indien het plichtsoordeel luidt dat iets aanbevolen is, maar niet absoluut geboden, dan heeft die handeling dus een gebodenheid G(h) van bijvoorbeeld 7. Indien het plichtsoordeel luidt dat iets verboden is, dan heeft het nalaten van die handeling (-h) dus een gebodenheid G(h) van 10. Indien het plichtsoordeel luidt dat iets ethisch indifferent is en het dus niet uitmaakt of het wordt gedaan of gelaten, dan heeft dat een gebodenheid van 0 of 1 of 2.

De invoering van een dergelijke codering heeft wederom tal van voordelen in ethische discussies. Ook al zal het nooit mogelijk zijn om op objectief de waarde van G vast te stellen; degene die een plichtsoordeel uitspreekt kan de zwaarte daarvan op deze wijze uitstekend genuanceerd weergeven en in discussie brengen.

U kunt nog verder rekenen met plichten als u wilt!