Berekenend voorbeeld (vervolg)

In dit verband is het van groot belang om onderscheid te maken drie soorten gebodenheid.

Het moge duidelijk zijn dat de mate van formele, morele en professionele gebodenheid van een en dezelfde handeling door een en dezelfde actor jegens een en hetzelfde subject verschillend kan zijn. De vraag naar de hiërarchie tussen deze drie vormen van gebodenheid is dan ook vaak een deel van de ethische discussie. Naarmate de medische wetgeving uitvoeriger en explicieter wordt en er dus steeds meer handelingen binnen de sfeer van de formele gebodenheid wordt geplaatst, komt de relatie tussen de formele en de professionele gebodenheid onder druk: wat moet de professional het zwaarst laten wegen? De wet of de professie? Of de moraal? In de praktijk is dat niet zelden aan de orde.

Op basis van het voorgaande is het nu mogelijk om een "welgevormd plichtsoordeel" te formuleren. Een welgevormd plichtsoordeel is een oordeel waarin de aard van de gebodenheid (f, p of m) is geëxpliciteerd, en waarin de actor, de handeling en het subject zijn geëxpliciteerd, en waarin die mate van gebodenheid een getalswaarde heeft gekregen.

Een welgevormd plichtsoordeel heeft dus tenminste de schematische opbouw Gf/p/m (AhS) = x. (0<x<10)

Als u wilt kunt u nog (een keer) verder rekenen!