1.2 Waardering

Waarderingsvragen hebben betrekking op 'goed/kwaad', 'normaal/abnormaal' en de daaruit voortvloeiende vragen rond wat hoort of wat men juist dient te laten. Hoewel nauw verwant, zijn dit twee soorten waarderingsvragen die men goed dient te onderscheiden omdat ze uiteenlopende praktische gevolgen kunnen hebben.  

Hoe doe ik dat?

A. U gebruikt waardeoordelen als uw vragen betrekking hebben op waarden of kwaliteiten, bijv. de vraag of iets ernstig is, of dat iemand 'echt ziek' is, of dat een collega zijn werk wel of niet goed heeft gedaan. Dit soort oordelen betreffen de kwaliteit van iets, van processen of handelingen, etc.

B. U hanteert plichtsoordelen over wat er moet (geboden), mag of niet mag gebeuren (verboden). 

Let op: handelen omvat zowel doen als laten. Ook het nalaten van een handeling wordt als handelen opgevat en plichtsoordelen betreffen dus zowel wat gedaan als wat nagelaten moet en mag worden!

Tot slot: Samen puzzelen?