Op zoek naar de waarheid

U wilt dat het verhaal dat een cliënt u vertelt, u een betrouwbaar beeld geeft van wat er werkelijk aan de hand is. Nu is er in de hulpverleningssituatie geen mogelijkheid tot herhaald 'meten' van een constante, 'werkelijke' waarde. Het verhaal dat de cliënt u vertelt over zijn probleem, zal in de intake-fase een ander verhaal zijn dan bij de afsluiting van de therapie. Sterker nog, het is vrijwel altijd één van de doelen van de therapie om de cliënt een andere kijk op zijn probleem te laten krijgen.
 
Stel echter dat één of meer collega's op een ander tijdstip met dezelfde cliënt aan de slag zou gaan. In zo'n geval betekent de betrouwbaarheid van de informatie dat deze hulpverleners telkens dezelfde informatie van de cliënt verkrijgen en ook in dezelfde fase van het hulpverleningsproces dezelfde uitleg aan de cliënt zouden geven. In hoeverre deze betrouwbaarheid ook wordt bereikt hangt dan af van:
- de manier waarop de hulpverlener de cliënt bevraagt over zijn probleem. We spreken dan van objectiviteit. De nauwkeurigheid waarmee het probleem in kaart wordt gebracht en een taalgebruik dat aansluit bij de beleving van de cliënt zijn factoren die de objectiviteit bevorderen;
- de manier waarop de cliënt het verhaal aan de verschillende hulpverleners vertelt. We doelen dan op de consistentie van het verhaal. Deze consistentie is echter relatief, aangezien de informatie die de cliënt geeft in de loop van het hulpverleningscontact verandert;
 
Hoe doe ik dat?
 
U zorgt voor objectiviteit etc.