6.1.1 Inleiding
Wat maakt dat een organisatieonderdeel toegevoegde waarde heeft op het gebied van de interne organisatie? De term toegevoegd verwijst in dit kader naar waarde naast of bovenop waarde die andere onderdelen, zoals bijv. P&O of de WI-schools bieden. Dit onderzoek beoogt daarmee impliciet niet alleen de toegevoegde waarde van AHMAS te verhelderen, maar ook het bestaan van AHMAS als faciliterende stichting en haar werkwijze te legitimeren.
De vraag naar verheldering van kerncompetenties staat niet op zichzelf. Deze vraag komt voort uit dezelfde culturele transitie die het competentiedenken heeft voortgebracht: de overgang van een moderne naar een postmoderne maatschappij. Waar de uitgangspunten van de moderne maatschappijk bekend klinken, zoals efficiency en effectiviteit, stellen de eisen die het postmodernisme aan organisaties en professionals stelt ons vooralsnog voor problemen. Dat geldt voor vele organisaties, maar wellicht nog het meest voor de iconen van het modernisme: de ziekenhuis- en schoolcultuur. In deze tempels van wederopbouw geldt nog altijd het motto 'geen woorden maar daden'. In het postmodernisme is men deze dadendrang voorbij en geldt het woord als daad van de machtige. Het probleemoplossend vermogen van een postmoderne organisatie bestaat daarom primair uit 'verhalende' competenties: communiceren, samenwerken, leidinggeven etc. Deze competenties zijn noodzakelijk om te komen tot een integraal verhaal: de diagnose. In het narratief van de diagnose worden immers problemen geduid in termen van een samenhangend geheel van oorzaak, gevolg, interventies, prognose etc. Hulp bieden bij het organiseren van de eigen groep is hulp bieden bij het hertalen van het verhaal van de eigen organisatie. Kortom, de vraag naar meerwaarde, naar kerncompetenties van AHMAS is daarmee de vraag naar het verhaal van AHMAS.