Kloof W&P
Er is altijd sprake van een kloof tussen Wetenschap & Praktijk, tussen Onderzoeksdomeinen en Disciplines. Deze kloof uit zich onder andere in ambivalentie bij professionals die zich op het snijvlak van W&P bevinden, zogenaamde scientist-practitioners. Ambivalentie versterkt op haar beurt weer geweld. Er is dus ook sprake van een vicieuze cirkel met verstrekkende individuele en maatschappelijke gevolgen.
Het genoemde spanningsveld is inherent onoplosbaar. Wetenschap verwijt Praktijk een gebrek aan discipline en Praktijk beschuldigt Wetenschap van gebrek aan realiteitszin. Wetenschap en Praktijk zijn elkaars tegenpolen die vooralsnog geen synthese kennen. Dat vraagt om wijsheid.
Hoe doe ik dat?
Wijsheid bestaat in dezen uit een glimlach; de tegenstelling wordt gerespecteerd, maar niet opgeheven en een nadere exploratie van onderliggende waarden is noodzakelijk.
Praktijk bouwt voort op waarden als nut of maatschappelijke relevantie en ziet kennis als iets dat bedrijfsmatig kan worden geproduceerd, wetenschap is in die zin vooral technologie. Wetenschap zelf hanteert andere waarden (collegialiteit, openheid etc.), maar heeft ook andere ideeën over hoe kennis tot stand komt. Naast de fundamentele twijfel dat ‘we dat helemaal (nog) niet weten’ kan men daarbij denken aan begrippen als personal knowledge (Polanyi) waarin sprake is van veel oog voor de passie en context van de producent. Kortom, de productie van bemoeigoederen staat ter discussie*.
Maar ook het gebruik van die bemoeigoederen is in het geding. De vraag daarbij is of wat in het algemeen goed is, ook goed is voor een bepaald individu met diens eigen context. Wetenschappers zijn ook op dit gebied doorgaans gereserveerd en gaan uit van (negatieve) vrijheid van de persoon. Het lot van kennis ligt in de handen van de gebruiker (Latour).
Practici daarentegen reageren vanuit hun discipline juist zelfverzekerd. Bij acute nood geldt: “God behoede me voor een intelligente twijfelaar!” en Practici percipiëren dan ook vaak acute nood met verstrekkende gevolgen.
* Extra aandacht verdienen in dit kader twee thema’s:
A. Kunnen publiek gefinancierde diensten worden geprivatiseerd (via quasi-markten met quasi-consumenten en quasi-outputindicatoren)?
B. Hoe te voorkomen dat protocollen, een van de fundamenten voor de Praktijk, ontaarden in tautologica? “Het staat in het protocol dus is het goed”. Let wel, de wet staat boven iedereen (protocol), maar juristen weten dat je recht moet spreken, dat je met raadkameren recht schept.
** Twee cynische opmerkingen vanuit de zijlijn:
- Voor weinig geld maak je ze bang, voor veel geld stel je ze gerust
- Veel zogenaamde daadkracht van behandelaars (interventionisme, zoals in Goethe's 'Am Anfang war der Tat') is het gevolg van een stoornis in impulscontrole (zoals bijv. ADHD).