3. CRKBO-audit
Verslag Onderwijsactiviteiten
Bestuur Stichting Ahmas oktober 2014
W.C.M. Weijmar Schultz
H.B.M. van de Wiel
J.C. Wouda
0. Inleiding
De Stichting Ahmas, hierna te noemen Ahmas, heeft als doel: “Het toepasbaar maken van sociaal-wetenschappelijke kennis binnen de gezondheidszorg in de ruimste zin des woords.”
Ahmas tracht haar doel te verwezenlijken door:
a) het houden van trainingen en cursussen alsmede het ontwikkelen van onderwijsmateriaal;
b) het verrichten casu quo laten verrichten van wetenschappelijk onderzoek;
c) het verrichten casu quo laten verrichten van patiëntenzorg;
en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.”
Dit verslag bespreekt de onderwijsactiviteiten van de Stichting Ahmas in de periode 2010 - 2014. Het verslag is een aanvulling op de onderwijshandleiding van september 2009 en op het overzicht van onderwijsactiviteiten, publicaties en onderwijsgerelateerde functies die zijn opgesteld ten behoeve van de CRKBO-audit van 28 september 2010.
In dit verslag worden alleen onderwijsactiviteiten besproken met een omvang van tenminste 2 uur. Voordrachten of andere onderwijsbijdragen van geringe omvang in opdracht/op verzoek van derden als onderdeel van bij- of nascholingsprogramma’s, congressen, symposia en andere evenementen, worden in dit verslag niet verder besproken.
In aansluiting op het onderwijsmodel in de onderwijshandleiding 2009 bevat dit verslag de volgende paragrafen:
- opdrachtgevers en deelnemers;
- onderwijsdoelen en thema’s;
- werkvormen;
- onderwijsmateriaal;
- organisatie en uitvoering;
- toetsing en accreditatie;
- evaluatie.
Bijlage 1 van dit verslag geeft een overzicht van de onderwijsactiviteiten die door of namens Ahmas zijn uitgevoerd in de periode 2010 - 2014. Bijlage 2 bevat een overzicht van het schriftelijk onderwijsmateriaal dat in het Ahmas onderwijs is gebruikt. Bijlage 3 bevat de onderwijsgerelateerde publicaties in de periode 2010 - 2014. Bijlage 4 bevat een overzicht van de onderwijsgerelateerde functies en lidmaatschappen van de Ahmas bestuursleden in de periode 2010 ‑ 2014.
1. Opdrachtgevers en deelnemers
Ahmas organiseert in het algemeen zelf geen onderwijsactiviteiten, maar ontwikkelt en verzorgt beroepsonderwijs in opdracht van derden, zoals (afdelingen van) ziekenhuizen, categorale instellingen, opleidingsinstellingen, non-profit organisaties en commerciële instellingen.
In 2010 - 2014 zijn er onderwijsopdrachten uitgevoerd voor (zie bijlage 1):
- commerciële bedrijven, zoals Bayer, MSD, Sanofi-Aventis en Ferring
- ziekenhuizen en zorginstellingen, zoals het UMCG, het MCL en de Delfzicht, Martini, Wilhelmina, Flevoland en Lucas ziekenhuizen
- non-profit organisaties, zoals de Integrale Kankercentra en de DavosSchool
- postacademisch en postmaster opleidingen, zoals de Districtsverenigingen van Huisartsen, de Nurse Academy, de Postmaster Opleiding Fysiotherapie en het Postacademisch Psychologie Onderwijs
In het algemeen zijn de deelnemers aan het onderwijs dat Ahmas verzorgt, geen klanten van Ahmas. De deelnemers zijn de klanten van de opdrachtgever en Ahmas heeft alleen een didactische relatie en geen financiële relatie met de deelnemers. Het contact met de deelnemers buiten de onderwijssituatie behoort dan ook tot de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
Ahmas heeft een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid bij Univé Verzekeringen, polisnr: 001.039074
2. Onderwijsdoelen en thema’s
Het onderwijs van Ahmas richt zich vooral op het aanleren en verbeteren van (deel)competenties, zoals beschreven in het CanMEDS raamwerk voor de opleiding van artsen [1]. Deze competentiegerichte benadering houdt in dat het onderwijs zich niet beperkt tot kennisoverdracht en vaardighedeninstructies, maar vooral is gericht op de integratie van nieuwe inzichten en vaardigheden in het beroepsmatig handelen.
Bij de keuze van de onderwijsthema’s is de doelstelling van Ahmas - het toepasbaar maken van sociaal-wetenschappelijke kennis binnen de gezondheidszorg - richtinggevend. De onderwijsdoelen en -thema’s worden in overleg met de opdrachtgevers vastgesteld. De thema’s worden behandeld in overeenstemming met de huidige (wetenschappelijke) inzichten binnen het vakgebied. In de periode 2010 - 2014 zijn de volgende thema’s aan bod gekomen (zie bijlage 1):
- de communicatie tussen beroepsbeoefenaars en hun patiënten en naasten;
- persoonlijke ontwikkeling van beroepsbeoefenaars;
- patiëntenvoorlichting en -begeleiding;
- psychosociale zorg voor patiënten, patient-empowerment;
- psychosomatische gynaecologie, seksuologie;
- samenwerking, teamontwikkeling;
- leiderschapontwikkeling, managementvaardigheden;
- ontwikkeling behandelrichtlijnen;
- morele en ethische vraagstukken in de gezondheidszorg.
3. Werkvormen
In de periode 2010- 2014 heeft Ahmas diverse workshops verzorgd als onderdeel van een symposium of congres dat door een opdrachtgever werd georganiseerd. Deze workshops bestonden in het algemeen uit sessies van 2 à 3 uur voor 10 - 20 deelnemers waarin aan de hand van prikkelende casuïstiek of stellingen werd gediscussieerd. Soms vonden er tevens korte oefeningen plaats.
Ahmas is voortdurend bezig om nieuwe onderwijsvormen te ontwikkelen en in te zetten in haar onderwijs. Bij deze nieuwe onderwijsvormen worden de leercyclus van Kolb [2] en de principes van ‘deliberate practice’ van Ericsson [3] als leidraad gebruikt. Deze onderwijsmodellen houden in dat de deelnemers:
- SMART (specific, measurable, acceptable, realistic, timely) leerdoelen formuleren;
- analyseren welke inzichten en/of vaardigheden nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken;
- de benodigde inzichten en vaardigheden deels krijgen aangereikt, maar zo mogelijk ook zelf ontdekken (experiential learning);
- de nieuwe inzichten en vaardigheden leren toepassen aan de hand van casuistiekdiscussies, opdrachten en oefeningen;
- herhaalde toepassing/oefening in nieuwe situaties van toenemende complexiteit;
- systematisch feedback krijgen van de begeleiders;
- reflecteren op hun vorderingen;
- nieuwe (leer)doelen stellen.
Op basis van deze onderwijsfilosofie heeft Ahmas drie specifieke werkvormen ontwikkeld: Masterclass onderwijs, praktijkgericht vaardighedenonderwijs en leren op de werkvloer met video-feedback.
3.1 Masterclass onderwijs
Van oudsher wordt het symposium in het medisch bij- en nascholingcircuit ingezet om de deelnemers nieuwe inzichten binnen het vakgebied bij te brengen. De meest gebruikelijke werkvorm van het symposium is de plenaire presentatie waarbij een deskundige vertelt over de nieuwste ontwikkelingen binnen het vakgebied. Soms worden de presentaties afgewisseld met korte plenaire discussies. Tegenwoordig bestaat een symposium vaak uit een ochtendprogramma met plenaire sessies, gevolgd door een middagprogramma met workshops voor kleinere groepen. Tijdens het symposium worden de deelnemers overspoeld met informatie en krijgen ze weinig gelegenheid om zich de nieuwe inzichten “eigen te maken”. Uit de literatuur is bekend dat dan maar weinig van de informatie blijft hangen. Ook is bekend dat het zich eigen maken van nieuwe inzichten vooral wordt gestimuleerd door de nieuwe kennis zelf uit te leggen aan anderen en door deze kennis toe te passen in de beroepspraktijk [4]. Op basis van dit principe is het Masterclass onderwijs ontwikkeld. Deze werkvorm houdt in dat de gebruikelijke ‘state-of-the-art’ symposium presentaties worden afgewisseld met verwerkingsopdrachten waarmee de deelnemers in kleine groepen aan de slag gaan. De essentie van de opdrachten is dat ze de deelnemers plaatsen in de rol van de deskundige docent (rolinversie). Daarnaast dwingen de opdrachten de deelnemers om de nieuwe inzichten te vertalen naar de eigen werksituatie (contextualisatie).
Ahmas heeft het Masterclass onderwijs in 2005 ingevoerd voor de bijscholing van huisartsen en in de daarop volgende jaren ook in bijscholingsprogramma’s voor medisch specialisten en voor verpleegkundigen. In de periode 2010 - 2014 heeft Ahmas voor diverse opdrachtgevers een groot aantal Masterclasses georganiseerd of helpen organiseren (zie bijlage 1).
3.2 Praktijkgericht vaardigheden onderwijs
Ahmas verzorgt veelvuldig praktijkgericht onderwijs op het gebied van de communicatieve vaardigheden. Het onderwijs richt zich vooral op het integreren van nieuwe inzichten en vaardigheden in de beroepspraktijk. Kennisoverdracht is tijdens dit onderwijs beperkt. Dit kleinschalig onderwijs (max 12 deelnemers per groep) heeft de volgende kenmerken:
- casuïstiekbespreking, probleemverheldering;
- leerdoelen en vaardigheden bepalen;
- korte uitleg en instructie over vaardigheden, gewoonlijk geïllustreerd met video-voorbeelden;
- vaardighedenoefeningen met video-opnames;
- onderlinge feedback, aangevuld met feedback van begeleider(s) a.h.v. video-opnames;
- plenaire reflectie over het gebruik van de vaardigheden in de beroepspraktijk;
- vaststellen van leer/oefendoelen voor de beroepspraktijk.
De vaardighedenoefeningen nemen een belangrijke plaats in in het onderwijs en krijgen dan ook de grootst mogelijk zorg wat betreft de organisatie en uitvoering. Voor de oefeningen wordt een zo realistisch mogelijke werksituatie (spreekkamer, vergaderruimte) nagebootst in een aparte oefenruimte en worden acteurs ingezet als ‘tegenspelers’. Van alle oefeningen worden video-opnames gemaakt, zodat andere deelnemers tijdens de oefening in ‘real-time’ kunnen observeren en na de oefening gerichte feedback kunnen geven aan de betreffende deelnemer(s) aan de hand van de video-opname.
Tijdens een cursusdag krijgen alle deelnemers tenminste éénmaal de gelegenheid om uitgebreid te oefenen. Meestal is er voor alle deelnemers ook de gelegenheid voor een tweede (of derde) korte oefening n.a.v. de ontvangen feedback.
De deelnemers verwerven de benodigde achtergrondkennis zoveel mogelijk voorafgaande aan het onderwijs door zelfstudie. Ahmas heeft hiervoor een aantal aantrekkelijke boekjes geschreven (zie 4: Onderwijsmateriaal).
De omvang van het onderwijs is variabel afhankelijk van de onderwijsdoelen en wensen van de opdrachtgever, maar omvat tenminste twee dagdelen zodat alle deelnemers voldoende gelegenheid krijgen om te oefenen. Vier dagdelen is gebruikelijk en sommige cursussen bestonden zelfs uit negen dagdelen.
3.3 Leren op de werkvloer met video-feedback (video-CAF)
Uit onderzoek is gebleken dat de transfer van communicatieve inzichten en vaardigheden vanuit de onderwijssituatie naar de beroepspraktijk moeizaam verloopt [5-13]. Uit dit onderzoek bleek tevens dat deze transfer beter verloopt, indien het cursorisch onderwijs wordt aangevuld met ‘leren op de werkvloer’ (workplace-based learning). Daarom heeft Ahmas in 2008 een werkvorm voor ‘leren op de werkvloer’ ontwikkeld, waarbij intensief gebruik wordt gemaakt van feedback aan de hand van video-opnames van praktijksituaties (patiëntgesprekken, intercollegiaal overleg). Deze werkvorm wordt video-CAF (Communication Assessment and Feedback) genoemd en kent de volgende stappen:
- instructie aan de deelnemers over de te verbeteren vaardigheden. Zo nodig vinden vervolgens aanvullende (korte) ‘oefeningen’ plaats om de deelnemers hun eigen sterke en minder sterke uitvoering van de vaardigheden te laten ontdekken;
- deelnemers formuleren hun eigen leerdoelen t.a.v. de vaardigheden;
- oefening in het beoordelen van de vaardigheden met behulp van een gevalideerd beoordelingsinstrument;
- video-opnames van de gesprekken van iedere deelnemer met zijn/haar patiënten of met andere hulpverleners in de beroepspraktijk;
- iedere deelnemer beoordeelt enkele van zijn/haar eigen gesprekken en enkele gesprekken van collega’s;