4. Strategie

Het peri-innovatieve veld; het belang van kennis(sen) maken rondom zorginnovaties

Probleem

Dagelijks belanden tal van technologische en sociale innovaties op het bordje van medisch professionals en zorgbestuurders. Dat is een ambivalent genoegen. Enerzijds mooi dat er steeds meer kan en/of de kwaliteit van bestaande producten en diensten wordt aangescherpt. Anderzijds valt er met iedere innovatie ook een hoop gedoe op diezelfde, doorgaans toch al  overladen bordjes. Innovatie is anno 2014 immers niet alleen een kwestie van iets uitvinden, maar ook van toepassing door ‘gebruikers’, complexe regelgeving, om over de duurzame fit in missie en visie en draagvlak in de organisatie nog maar te zwijgen. Joore (2010) maakt dit inzichtelijk met zijn multi-level design model. 

Model Joore invoegen

In dit Multilevel design model worden (aan de hand van de innovatie eco-brandstof) vier systemen of niveaus onderscheiden: product-technologie, product-service, sociale technologie en maatschappelijk draagvlak. Voor onderwijs heeft Hooge en in haar oratie recent een soortgelijk schema opgesteld (2013). 

Model Hooge invoegen

Al snel rijst de vraag ‘wat is wijsheid?’ Iedere impuls serieus nemen, alles negeren, of maar een beetje intuïtief shoppen en hopen de boot niet te missen in de strijd met con-cullega’s? En dat op alle vier de niveaus Kortom, hoe gaan we om met de niet-aflatende stroom van kennisproductie, innovaties en andere initiatieven?

Oplossing

Als we er, samen met Einstein van uitgaan, dat een probleem nooit opgelost kan worden op hetzelfde niveau als waarop het is ontstaan, moeten we het niveau van kennisproductie ontstijgen. In het peri-innovatieve veld draait het niet meer om kennis, maar om wijsheid. Wijsheid is het vermogen zich te verhouden tot kennis en ontstijgt daarmee tevens individuele capaciteiten. De centrale vraag is dan geen concrete, zoals bijv. hoe implementeren we X, Y of Z, maar richt zich op het omgaan met het implementatievraagstuk zelf: hoe het peri-innovatieve veld vorm te geven? Binnen kennismanagement ligt momenteel sterk de nadruk op de verschuiving van ‘oorzaak-gevolgdenken’ naar ‘fuzzy logic’. De complexiteit van het vraagstuk is te groot om het m.b.v. de klassieke harkjes te kunnen managen zonder de oorspronkelijke bedoeling, innovatie, geweld aan te doen. 

Praktijkcasus; uitbreiding van de voorschrijfbevoegdheid van verpleegkundigen

  1. Niveau 1, de verpleegkundige zelf: deze uitbreiding is in technisch opzicht overzichtelijk en oogt plausibel. Men kan prima omschrijven wie in welke situatie wat mag doen. Onderwijs zorgt voor de nodige bekwaamheid en een erkend certificaat voor bevoegdheid. Aan de slag!  
  2. Niveau 2, de collega’s, het team, en niet te vergeten, de patienten oftewel de ‘gebruikers’: de gang van zaken op de werkvloer, de dagelijkse praktijk waarin tal van collega’s en disciplines samenwerken, geeft al meer te denken. Eerst was het simpel; dokters schrijven voor, verpleegkundigen voeren uit. Nu ineens niet meer? En wie dan en waarom en hoe moet ik nou weten wie wat kan en mag? Ik weet al nauwelijks wie een dokter is, laat staan welke verpleegkundige bevoegd en bekwaam is. En bij wie moet de patiënt zijn?
  3. Niveau 3, de hoofdverpleegkundige/manager zorg; mooi dat nu ook deze taak over meer dan een beroepsgroep kan worden verdeeld, dat vermindert de afhankelijkheid van het team. Dat geeft dus ook meer flexibiliteit in de inzet van personeel. Maar hoe een en ander te borgen? Polyfarmacie is nu al een probleem, om over het doorkruisen van medicatiebeleid nog maar te zwijgen.
  4. Niveau 4, de Raad van Bestuur; mooi dat de afhankelijkheid van dokters afneemt, dat geeft meer daadkracht en vergroot onze mogelijkheden, maar hoe past dit in het imago van ons huis? Willen we in dit kader worden geassocieerd met de ‘zorgzame zusters’ of toch liever met de ‘dure (=knappe) dokters’?
  5. Optioneel: Niveau 5, de regio, landelijk; hier herhaalt zich hetzelfde probleem op meso- respectievelijk macroschaal.

  

Netwerken en fuzzy logic

Fuzzy logic kenmerkt zich door het gebruik van metacompetenties als  samenwerking, al of niet in de vorm van leidende coalities of communities of practice, het zogenaamde multiple governance model zoals Hooge (2013) dat uitwerkt voor het onderwijsveld. Kortom, juist als het gaat om het dienen van de goede zaak, is het van belang om kennis van zaken voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken per niveau. Maar dat is niet voldoende. Om tot voor de patiënt, maar ook voor de professionals overzichtelijke integrale zorg, moet men met elkaar in gesprek  over de vraag hoe de verschillende niveaus tot een geheel kunnen worden gesmeed. Als (clinical) governance al vraagt om een ronde tafel, het is immers eerder een cyclisch dan een lineair besturingsmodel, waarom vraagt dan multiple governance wel niet? Een slakkenhuis vol ronde rafels?

Het antwoord op deze vraag is minder prozaïsch. Waar het om gaat is een groep mensen bij elkaar te brengen die vanuit verschillende invalshoeken een bijdrage kunnen leveren. In innovatiemanagement spreekt men van place making (van Limburg, 2012). Leidraad voor dit soort bijeenkomsten is de ontwikkeling van een prototype (Scharmer, 2007). De aldus opgedane wijsheid legt men vast in een medium dat enerzijds structuur biedt, anderzijds voldoende flexibel en generiek is om als metadocument te dienen. Het kennisplatform van de stichting Ahmas (www.ahmas.nl) is hiervoor uitermate geschikt.

U heeft een visie, wij bieden een forum

Waar het op neerkomt is om samen op speurtocht te gaan buiten de ‘bestuurskamer’! Helpt u ons om die speurtocht mee uit te zetten?

Literatuur: